Het Noordbrabants Museum heeft De tuin van de pastorie te Nuenen van Vincent van Gogh (1853-1890) gekocht uit particulier bezit. Dit werk uit particulier bezit is de laatst bekende aquarel die de kunstenaar in Nuenen maakte.
Het museum noemt de aankoop zijn belangrijkste ooit. De aquarel “past binnen de ambitie om een representatief overzicht te kunnen tonen van Van Goghs Brabantse periode aan de hand van originele werken van de kunstenaar”.
De aankoop past ook binnen het beleid van Noord-Brabant om Van Gogh de komende jaren nadrukkelijker te linken aan die provincie. Van Gogh was een geboren en getogen Brabander.
Vincent van Gogh woonde bijna anderhalf jaar bij zijn ouders in de pastorie in Nuenen. De tuin achter de pastorie was een geliefde plek van Van Gogh, waar hij meerdere, soms zeer ambitieuze werken maakte. Om diverse redenen neemt de aquarel een belangrijke plaats in in Van Goghs oeuvre, aldus het museum.
In een brief aan zijn broer Theo schreef hij: “Ik heb ook nog een herfststudie gemaakt van den vijver in den tuin thuis. Er zit bepaald een schilderij in die plek.” En dat maakte hij ook daadwerkelijk, maar het is alleen bekend van zwart-witreproducties. Het ging verloren in de Tweede Wereldoorlog.
Beide werken maakte hij om tot een bedachte, samengestelde compositie met figuren te komen. De voorstelling is zijn eerste experiment met een onderwerp dat hij ook in Parijs en Arles zou uitbeelden, namelijk wandelende figuren en paartjes in een aantrekkelijke tuin of een dichterlijk park.
Het blad toont de grotere helderheid die Van Gogh in zijn kleurgebruik ontwikkelde nadat hij begin oktober 1885 het Rijksmuseum had bezocht. Bestudering van de oude meesters aldaar had hem doen beseffen dat hij te ver was doorgeslagen met zijn donkere kleuren. Terug in Nuenen trok hij direct de consequenties uit dat inzicht.
De kleurrijkheid van de aquarel is daarvan het resultaat. De vermaarde kunstcriticus en kunstpedagoog H.P. (Hendrik) Bremmer, de latere adviseur van Helene Kröller-Müller, kocht het werk vermoedelijk in 1903. Omstreeks 1969 belandde het in de collectie waaruit Het Noordbrabants Museum het heeft kunnen kopen. Het moest er ruim 1 miljoen euro voor betalen. De BankGiro Loterij nam daarvan bijna de helft voor zijn rekening.
Vanwege haar kwetsbaarheid is de aquarel voorlopig tijdelijk te zien zijn, tot en met 19 maart 2017. Na een aantal maanden van rust keert ze terug in een aangepaste vitrine waardoor ze langer te zien kan zijn. Om de aanwinst te vieren, is Het Noordbrabants Museum zaterdag 10 december gratis toegankelijk van 11 tot 17 uur.