Twee vermiste schilderijen van Vincent van Gogh zijn na veertien jaar terecht. Een team van de Guardia di Finanza, dat in Italië onderzoek doet naar georganiseerde criminaliteit, vond de doeken. Dat heeft het Van Gogh Museum vandaag bekendgemaakt.
Het gaat om Zeegezicht bij Scheveningen (uit 1882) en Het uitgaan van de Hervormde Kerk te Nuenen (1884/85). Ze verdwenen na een inbraak in het Amsterdamse museum in 2002. De conclusie van de conservator die op verzoek van het Italiaans Openbaar Ministerie de werken onderzocht op echtheid en herkomst, was duidelijk: “Dit zijn de echte schilderijen!”. Na veertien jaar omzwervingen lijken de twee werken in redelijk goede staat. Beide missen echter hun lijst.
Zeegezicht bij Scheveningen is beschadigd: de verf in de linkeronderhoek is afgebroken. Het uitgaan van de Hervormde kerk te Nuenen is op het eerste gezicht ongeschonden, afgezien van enkele kleine beschadigingen aan de doekranden. Een restaurator zal ze nog nader onderzoeken om te bepalen hoe ze het best kunnen worden hersteld.
De kunsthistorische waarde van de doeken voor de collectie is groot, aldus het museum. Zeegezicht bij Scheveningen is het enige schilderij in de verzameling uit Van Goghs periode in Den Haag (1881-1883). Het is een van de slechts twee zeegezichten die hij in zijn Nederlandse jaren schilderde en is een belangrijk voorbeeld van Van Goghs vroegste schilderstijl waarin hij zich al heel eigenzinnig toonde.
Het uitgaan van de Hervormde Kerk te Nuenen is een klein doek dat Van Gogh begin 1884 schilderde voor zijn moeder. Afgebeeld is de kerk van de Nederlands Hervormde Gemeente in het Brabantse Nuenen, waaraan Van Goghs vader verbonden was als predikant. In 1885, na de dood van zijn vader, nam Van Gogh het doek opnieuw ter hand en voegde de kerkgangers op de voorgrond toe, onder wie vrouwen met een omslagdoek die gedragen werd in tijden van rouw. Mogelijk is dit een verwijzing naar de dood van zijn vader.
Door de biografische lading heeft het schilderij een grote emotionele waarde, vindt het museum. De museumcollectie kent geen andere schilderijen waarop het kerkje is afgebeeld. Het is bovendien het enige schilderij in de collectie dat voorzien is van een origineel spieraam. Dit zit vol met verfresten omdat Van Gogh er waarschijnlijk zijn kwasten op schoonmaakte.
Wanneer de werken weer thuiskomen is niet bekend. De openbaar aanklager voert de schilderijen als bewijslast op in de strafzaak. Maar die kan pas beginnen als het onderzoek is afgerond.
“Dat de werken terecht zijn is al een majeure stap”, vertelt Axel Rüger, directeur van het Van Gogh Museum. “We hebben 14 jaar gewacht op dit moment. En dan wil je ze natuurlijk gelijk meenemen. Naar huis. We zullen nog enig geduld moeten uitoefenen, maar ik ben ervan overtuigd dat we kunnen rekenen op de steun van de Italiaanse autoriteiten.”