Universiteitsmuseum Utrecht blijft voorlopig open voor publiek. De geplande verbouwing is voor onbepaalde tijd uitgesteld. Oorzaak is de aanvraag voor een monumentenstatus voor het gebouw die het Cuypersgenootschap heeft ingediend.
Zolang de procedure loopt, kan het museum niet verder met de aanpassingen aan het gebouw. Voor verbouwing van monumenten gelden namelijk strengere eisen. Zo’n procedure kan een geruime tijd in beslag nemen. Directeur Paul Voogt: “Om het publiek niet de dupe te laten worden van deze situatie blijft het museum langer open”.
De verbouwingsplannen zijn niet van de baan en de voorbereidingen voor de vernieuwing gaan gewoon door. Het museum zal hiervoor de nodige procedures volgen en wil aantonen dat wijzigingen aan het gebouw noodzakelijk zijn en zorgvuldig kunnen worden doorgevoerd.
Volgens het museum barst het gebouw op drukke dagen uit zijn voegen. Het is in 1996 gebouwd voor 25.000 bezoekers, maar vorig jaar stond de teller op meer dan 75.000 bezoekers. “Er zijn meerdere redenen om te verbouwen”, aldus Voogt. “We willen het gebouw beter toegankelijk maken om de toenemende bezoekersstroom aan te kunnen. Ook willen we meer ruimte creëren voor onze tentoonstellingen en programma’s. Voor onze nieuwe aanpak hebben we een flexibelere inrichting nodig. Er is nu veel loze ruimte in het gebouw en de entree is veel te klein.”
Het Universiteitsmuseum bestaat sinds 1928 en beheert het academisch erfgoed van de Universiteit Utrecht. Sinds 1996 bevindt het Universiteitsmuseum zich op de huidige locatie aan de Lange Nieuwstraat, in het Museumkwartier, op een steenworp afstand van Museum Catharijneconvent en het Centraal Museum.
Het museum heeft als doel wetenschap bij een breed publiek onder de aandacht te brengen. Voogt: “Het Utrechtse Museumkwartier zit de afgelopen jaren in de lift. De bezoekersaantallen groeien en de bereikbaarheid wordt verbeterd in samenwerking met de gemeente. Daar leveren we als Universiteitsmuseum samen met de andere musea een bijdrage aan en dit willen we ook in de toekomst blijven doen met een museum dat past bij deze tijd.”