Voor de ingang van Museum De Lakenhal in Leiden is het een drukte van jewelste. Tot op de straat staan mensen die graag naar binnen willen. Die weg is voor de zekerheid maar afgesloten voor verkeer. De grote belangstelling is begrijpelijk; het museum is na een bijna drie jaar durende verbouwing en nieuwbouw weer open voor publiek.
Tekst en foto’s: Evert-Jan Pol
De grootste verandering is de nieuwe tentoonstellingsvleugel, waardoor de vaste presentatie niet meer hoeft te wijken voor tijdelijke exposities. Het oude gebouw, de Laecken Halle uit 1640 is voortaan helemaal gewijd aan de collectie. In dat monumentale pand werden destijds lakens (wollen stoffen) gekeurd en verhandeld. De zeventiende-eeuwse lakenhandel is een van de zeven kernverhalen waaraan het museum aandacht besteedt.
Een ander kernverhaal heet Leiden als bakermat van de Hollandse schilderkunst. Die gaat in op de belangrijke rol die Leiden speelde in de kunstgeschiedenis. De stad bracht enkele van Nederlands bekendste zeventiende-eeuwse schilders voort, onder wie Rembrandt (1606-1669). Hoewel hij een groot deel van zijn leven in Amsterdam woonde, stond zijn wieg toch echt in de Sleutelstad. En zijn eerste schreden als schilder zette hij ook daar.
Op achttienjarige leeftijd schilderde hij daar onder meer Brillenverkoper, dat geldt als zijn vroegst bekende werk. Het heeft een prominente plek in de vernieuwde Lakenhal. Een andere vroege Leidse Rembrandt is Historiestuk met zelfportret van de schilder. De destijds twintigjarige kunstenaar duikt zelf op in het gezelschap van een onbekende koning.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
Andere van oorsprong Leidse schilders uit de Gouden Eeuw waren Jan Lievens (1607-1674), Jan van Goyen (1596-1656) en Gerrit Dou (1613-1675). En van een eerdere generatie: Lucas van Leyden (1494-1533) – hoe kan het ook anders met zo’n naam. Zijn zestiende-eeuwse drieluik Het Laatste Oordeel is een van de topstukken van het museum. Gezeten op een bankje aanschouwen bezoekers het meesterwerk aandachtig. Willen ze meer zien, staan ze op om het dichterbij te bekijken. De drie luiken staan boordevol details.
Een rondgang door het vernieuwde museum leert dat veel prachtige kunstwerken een link hebben met Leiden. Neem nu het oogstrelende pointillistische schilderij Steenbakkerij bij Krefeld van Johan Thorn Prikker (1868-1932). Hoewel hij dit maakte in Duitsland woonde en werkte hij voordien in Leiden.
Prachtig ook is het metershoge glas-in-loodraam dat Harm Kamerlingh Onnes (1893-1985) in de jaren 20 van de vorige eeuw maakte voor het Algemeen Handelsblad-gebouw in Amsterdam. Het bestaat uit twintig voorstellingen die iets met het kranten- en drukkersvak te maken hebben. Meer glas-in-lood is er in de vorm van twee ramen van Theo van Doesburg (1883-1931). Deze in Utrecht geboren kunstenaar woonde en werkte enge tijd in Leiden, waar hij de ramen in twee zeer verschillende stijlen ontwierp.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
Naast kunst komt in De lakenhal de Leidse geschiedenis ook ruim aan bod. Behalve voor de Leidse lakenhandel is er bijvoorbeeld aandacht voor het Beleg van Leiden, de belegering van de stad tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Fotograaf Erwin Olaf (1959) verbeeldde dit hoofdstuk in een indrukwekkend fotowerk.
Het is het stuk dat deze donderdagmiddag op de meeste belangstelling kan rekenen. Veel bezoekers kijken minutenlang gebiologeerd naar de verhalende foto. Er is dan ook veel te zien op dit groepsportret, zoals enkele ‘moderne grapjes’. Zo bleek de iPod ook al te bestaan in de zestiende eeuw.
Over het maakproces van de foto zelf zijn ook veel verhalen te vertellen. Een gids weet dat het jonge meisje links op het werk de kat naast haar maar bleef aaien, niet wetende dat het een opgezet exemplaar was. Deze wetenschap maakt dit detail extra ontroerend.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
De vernieuwde Lakenhal is tot de nok toe gevuld met mooie of interessante voorwerpen, die allemaal wel iets met Leiden te maken hebben. Ik dacht binnen een uur wel alles gezien te hebben, maar kwam bedrogen uit. Bijna drie uur liep ik er rond. Wie binnenkort ook een bezoek brengt, moet in het trappenhuis in het oude gebouw voor even naar boven kijken. Je krijgt er misschien een stijve nek van, maar de fantastische gebrandschilderde glazen koepel is het waard.
En dan is er nog de nieuwe vleugel, die ik bijna had gemist. Deze grenst als enige ruimte namelijk niet aan andere zalen, maar heeft een eigen ingang. Het was jammer geweest als ik er voorbij was gelopen, want dat raam! Dat fenomenale raam! De imposante glazen boog betrekt de buitenwereld bij het museum en is een kunstwerk op zich. Dat door het passerende verkeer tot leven komt en steeds weer iets nieuws biedt.
Museum De Lakenhal, Leiden (t/m zondag 23 juni is de toegang voor iedereen gratis)