Recensie
Kijk in Museum Jan Cunen niet vreemd op als je opeens iemand ziet staan met een roze knuffel op het hoofd. Diegene doet dan precies wat de Oostenrijkse kunstenaar Erwin Wurm van bezoekers verlangt. Vergeet heel even dat je kunst normaal niet mag aanraken en word er zelf onderdeel van.
Tekst en foto’s: Evert-Jan Pol
Erwin Wurm (1954) betrekt het publiek maar al te graag bij zijn kunst. Al ruim 15 jaar werkt hij aan zijn nog steeds groeiende serie One Minute Sculptures. Dit zijn werken die eigenlijk nog niet af zijn, want de toeschouwer is nodig om ze te voltooien. Pas als deze tracht te balanceren op twee basketballen, het hoofd door een gat van een bank steekt of een roze olifant als hoed draagt, is de sculptuur af. Wurm speelt op deze manier met de traditionele rol van de bezoeker. Alleen kijken is niet voldoende, want, zo vindt hij, “dan telt het kunstwerk niet”.
Voor regelmatige museumbezoekers, die steeds op het hart is gedrukt kunst vooral niet aan te raken, voelt het ongemakkelijk om dat eens een keer juist wel te doen. Mag ik echt in een vreemde houding op deze bank plaatsnemen? Word ik dan niet besmeurd met pek en veren het gebouw uit gebonjourd? Nee, je hebt niets te vrezen. Het mag echt!
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
Niet alle werken in de tentoonstelling zijn echter interactief. Naar sommige mag je echt alleen maar kijken. Maar dan wel met net zoveel verwondering als naar de One Minute Sculptures. Geen enkele aanwezige creatie is ‘gewoon’ te noemen. De reusachtige ijsmuts die als een soort lamp boven de balustrade hangt, baart opzien, zoals ook de kasten met benen en de samengeperste meubels dat doen.
Laatstgenoemde sculpturen komen uit de serie Narrow House. Dit zijn herkenbare, levensgrote meubels, die door Wurm zijn teruggebracht tot benauwende afmetingen. Ze verwijzen naar het milieu waarin de kunstenaar opgroeide: het naoorlogse Oostenrijk, dat in zijn ogen streng, ouderwets en patriarchaal was, ofwel narrow minded (bekrompen).
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
De werken van Wurm zijn allesbehalve bekrompen. Ze lopen niet in de pas en zijn bepaald niet saai te noemen. En verdienen daarom wel iets meer aandacht dan ze kregen tijdens mijn aanwezigheid. Gelijk met mij bewonderden op deze zaterdagmiddag slechts vijf bezoekers hen.
En er pasten echt wel meer mensen bij. In de verschillende expositiezalen staan steeds maar enkele werken, zodat je ze in alle rust en vrijheid kan aanschouwen. De sculpturen komen perfect tot hun recht in Villa Constance, het onderkomen van Museum Jan Cunen. Ze passen zo goed in het interieur van het voormalige woonhuis uit 1888 dat het wel lijkt alsof ze er speciaal voor gemaakt zijn. De Kastenmänner bijvoorbeeld dragen kleding die je associeert met de bewoners van een dergelijke villa. En de luxueuze samengeperste meubels hebben ondanks hun smalle voorkomen ook de klasse die je er verwacht. Het hele plaatje klopt.
Erwin Wurm – Am I a House?, t/m 28 augustus in Museum Jan Cunen, Oss
Waardering: @@@@@@@@@@